Het recente Emissions Gap Report 2024 van het VN-Milieuprogramma (UNEP) schetst een verontrustend beeld. Hoewel het technisch nog steeds mogelijk blijft om de 1,5°C-doelstelling te halen, kan dit alleen met een enorme, wereldwijde inspanning onder leiding van de G20 om alle broeikasgasemissies vanaf nu drastisch te verminderen.
De bouwsector, verantwoordelijk voor 37% van de wereldwijde uitstoot, is op een belangrijk kruispunt aangekomen. Terwijl de vraag naar cement en beton wereldwijd maar blijft stijgen, moet de sector tegelijkertijd ook haar CO₂-uitstoot drastisch verminderen. Cement is daarbij een grote boosdoener: het is verantwoordelijk voor bijna 8% van de wereldwijde CO₂-uitstoot – vergelijkbaar met de uitstoot van de luchtvaart, scheepvaart en langeafstandstransport samen. Volgens het Internationaal Energieagentschap (IEA) moet de uitstoot in de sector jaarlijks met 3% dalen om het Net Zero-scenario te behalen.
Om de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs voor 2030 te halen, moeten we zo snel mogelijk inzetten op een breed scala aan innovatieve technologieën, zonder ons op slechts één technologie te richten. Dit vraagt om aanpassingen in bouwprocessen, overstappen op CO2-arme bouwmaterialen en, wanneer alle andere opties zijn benut, het afvangen van de resterende uitstoot.
Er zijn nu al mogelijkheden om cement snel te verduurzamen door klinkervervangende technologieën in te zetten. Met de juiste, brede aanpak kan de sector dit decennium nog een aanzienlijke stap zetten richting decarbonisatie.
Het huidige beleid stuurt momenteel vooral op koolstofopvang (CCUS) als dé strategie om de cementindustrie te decarboniseren. Toch blijkt uit onderzoek dat er aanzienlijke economische en praktische beperkingen aan deze technologie kleven.
Allereerst is CCUS extreem kostbaar. Het kost gemiddeld tussen de €300-500 miljoen om een Europese cementfabriek van een CCUS-installatie te voorzien. Met meer dan 200 cementfabrieken in Europa loopt de totale investering op tot een astronomisch bedrag.
Daarnaast bevinden veel van deze fabrieken zich in het binnenland, in gebieden zonder opslag- of afzetmogelijkheden voor opgevangen CO2, wat logistieke beperkingen met zich meebrengt, waaronder transport naar opslaglocaties. Het kan daardoor decennia duren voordat CCUS op voldoende schaal effect heeft – tijd die we simpelweg niet hebben.
De klimaatcrisis vraagt om onmiddellijke, snelle actie. Waar mogelijk moeten we emissies direct bij de bron vermijden. De meest effectieve stap op korte termijn is om cement efficiënter te gebruiken. Door technologische vooruitgang kan nu al de helft van de cementhoeveelheid in beton worden verminderd, zonder prestatieverlies. Dit is een waardevol doel om na te streven, want de CO₂-uitstoot halveert hierdoor eveneens.
We kunnen de uitstoot nog verder verlagen door het gebruik van lokaal beschikbare alternatieve materialen, oftewel supplementary cementitious materials (SCM’s). Hoe meer SCM’s we inzetten, hoe groter de impact op de emissiereductie van CO2.
Hoewel CO2-arme cement niet nieuw is, is de schaalbaarheid van deze cementsoorten met een breed scala aan SCM’s dat wel. De terughoudendheid in de industrie om deze oplossingen te omarmen komt deels door de overtuiging dat er onvoldoende hoeveelheden SCM’s beschikbaar zijn om echt verschil te maken. SCM’s zoals gemalen hoogovenslak, gecalcineerde klei en natuurlijke puzzolanen kunnen vandaag al worden ingezet om het cementgehalte te verlagen, wat een schaalbare CO₂-reductie tot 70% kan opleveren. Sommige SCM’s, zoals gemalen hoogovenslak, zullen in de toekomst mogelijk schaars worden door de decarbonisatie van andere industrieën, zoals de staalindustrie. Daarom moeten we als sector en als samenleving de ontwikkeling en valorisatie van alternatieve SCM’s versnellen.
De Alliance for Low-Carbon Cement and Concrete (ALCCC) heeft al aangetoond dat er wereldwijd bijna 20 SCM’s beschikbaar zijn, met een jaarlijks volume dat zelfs de conventionele cementproductie zou kunnen overtreffen. Bij efficiënt gebruik kunnen deze lokaal beschikbare en betaalbare producten een aanzienlijke CO₂-reductie in de gehele cementindustrie teweegbrengen.
Efficiënt cementgebruik en versnelling van het gebruik van CO2-arme SCM’s zijn twee essentiële stappen voor effectieve decarbonisatie. Zelfs een fractie van de middelen die momenteel naar CCUS gaan, zou in dit geval al aanzienlijke korte termijnvoordelen opleveren en de zware afhankelijkheid van CCUS verminderen.
Ecocem’s ACT-technologie kan hierin een veelbelovende rol spelen. Deze technologie maakt hoog-efficiënt cementgebruik mogelijk, door lokaal beschikbare SCM’s te gebruiken en het biedt aanzienlijke CO2-reductie op een concurrerend kostprijsniveau. ACT kan vandaag al worden gebruikt in bestaande fabrieken, zonder dat er kostbare aanpassingen nodig zijn.
Er blijven uitdagingen om technologieën voor CO2-arme cement zoals ACT op te schalen in het tempo dat nodig is om de nodige CO₂-reducties te bereiken. Drie punten waar we ons op moeten richten:
Het is essentieel om technologieneutraal te blijven en een brede reeks van oplossingen te omarmen, ondersteund door passend beleid en financiering, om zo een duurzame en economisch haalbare route naar decarbonisatie te realiseren.
Zoals António Guterres, secretaris-generaal van de VN, zegt: “…betaalbare, bestaande technologieën kunnen de emissiereducties bereiken die we nodig hebben om de 1,5˚C doelstelling te halen… Het dichten van de emissiekloof betekent het dichten van de ambitie-, implementatie- en financieringskloof.”
Van 25 tot 27 juni vond in Londen de tweejaarlijkse Breakthrough Energy Summit van Bill Gates plaats. Na afloop riep Donal O’Riain, oprichter en Managing Director van Ecocem, Europa’s toonaangevende technologiebedrijf voor CO2-arme cement, de industrie, overheden en beleidsmakers op om samen te werken en het ambitieniveau om de uitstoot van cement te verminderen, te verhogen.
Een maand na de verkrijging van de Europese goedkeuring (ETA) op hun ACT-cement zet Ecocem Benelux een belangrijke volgende grote stap. In de haven van Moerdijk sluit Ecocem een leasecontract met Overslagbedrijf Moerdijk (OBM) waarmee de productie- en opslagcapaciteit van Ecocem per direct enorm wordt uitgebreid.